Ik schreef het al in mijn vorige stukje: een van mijn favoriete plekjes op de hele wereld is het Nationale Park de Hoge Veluwe. Ik ken geen andere plek op de wereld waar zoveel diversiteit in het landschap is, van uitgestrekte heidevelden tot smalle bospaadjes en van moeras tot Nederlandse Saraha. Je kan er uren wandelen, fietsen op de bekende gratis witte fietsen, hardlopen, het Kröller Muller museum en het Museonder bezoeken, vissen, en wild spotten, kamperen, eigenlijk alles wat je buiten wíl doen. Maar mijn lievelingsmanier om van het park te genieten is op de rug van mijn trouwe vriend Chivas.
Foto: Stichting de Hoge Veluwe
In het park is een knooppuntensysteem gemaakt voor de 45 kilometer aan ruiterpaden. Hierdoor kan je van tevoren je route uitstippelen en hoef je niet bang te zijn dat je verdwaalt, ookal ken je het park nog niet. Je kan beginnen bij de ingangen Schaarsbergen, Otterlo en Hoenderloo, maar je kan ook met je auto en trailer het park inrijden en parkeren bij het centraal gelegen bezoekerscentrum en vanuit daar een prachtige rit maken.
Naast de cultuur en de prachtige natuur, staat het park bekend om het wild dat er loopt. Het meest bijzondere vind ik om de dieren spontaan tegen te komen, maar er zijn ook een paar plekken waar de kans op een ontmoeting wordt vergroot. In de bossen aan de zuid-westkant zien we vaak wilde zwijnen, en het ‘Bosje van Staf’, tussen knooppunt 9 en 10, is vaak dé plek om edelherten en mouflons te zien, net als de het Deelense Zand langs de wildbaan. En laat ik de reeën niet vergeten! Soms een vosje of een hagedisje en, eerlijk is eerlijk, soms zien we helemaal niets. Maar te paard is de kans dat je wild ziet wel veel groter dan (hard)lopend of op de fiets. De geur van het paard overheerst namelijk, en daardoor zal het wild niet zo snel voor je weg rennen. Ik heb wel eens 20 minuten met Chivas en een kudde edelherten door het bos gestruind, zó magisch!
Illustratie: Sterre Verbokkem, Studio Brun
Ben je van plan een dagtocht te maken? Dan raad ik je aan om op je route in ieder geval langs De Koperen Kop te komen, het restaurant in het midden van het park. Bij deze pauzeplek kan je je paard aanbinden en even bijkomen van alle indrukken met een kopje koffie, een kom soep, een broodje of een pannenkoek. Bovendien zal je paard het heerlijk vinden om even in het mulle zand te kunnen rollen en water te drinken. Jullie kunnen dan weer voldoende energie opdoen om verder te struinen.
Het hele park geeft je een buitenland-gevoel, maar mijn meest magische plek blijft toch de zandverstuiving ‘de Pollen’. Zodra ik Chivas onder me voel accelereren en we die zandvlakte op galopperen, zijn we alleen op de wereld en waait alles van me af. Zucht…
Foto: Jurgen Claassens
De Hoge Veluwe vraagt een toegangsprijs voor elke bezoeker en paard, en ik weet haast zeker dat je na één keer verliefd bent en vaker terug zal willen komen. Als beschermer kan je het hele jaar onbeperkt het park in. Vind je het nou spannend om alleen met je paard het park in te gaan? Ik ga graag met je mee om je al het moois te laten zien. Of wil je dolgraag te paard het park verkennen, maar heb je geen eigen paard? Dan kan je bij Stal Mansour terecht. Tot ziens op de Hoge Veluwe!